Uitkoop en inkoop

Bij uitkoop van een aandeelhouder moeten partijen het eens worden over de prijs, de betaling en over belangrijke voorwaarden zoals het concurrentiebeding.

Mediation

Tijdens de uitkoop aandeelhouder mediation werken we aan een convenant waarbij prijs, betaling en voorwaarden samen worden vastgesteld.

Onder­handelingen

Zoek je hulp bij uitkoop onderhandelingen? Wij helpen jou met de onderhandelingen over prijs, betaling en voorwaarden. Met jou, naast jou of namens jou.

Waarde­bepaling

Als er een onafhankelijke waardebepaling nodig is maken we op basis van realistische verwachtingen een waardeberekening in een aantal scenario’s.

Onze werkwijze

Kies de vorm van de mediation

  • Korte intake
  • Kies een passende vorm en stijl van de mediation
  • Tekenen mediationovereenkomst
  • Inhoudelijke sessies

  • 4-6 bijeenkomsten op neutraal terrein
  • Maximaal 2 uur
  • Kort verslag achteraf
  • Afspraken vastleggen

  • Basisafspraken voor notaris opstellen
  • Convenant tekenen
  • Vastleggen vervolgacties
  • Aandelenoverdracht bij notaris
  • Tarieven

    Wij werken met vaste uurtarieven. Je kunt onze werkzaamheden altijd stopzetten of beëindigen. Je krijgt maandelijks van ons een gespecificeerd uren overzicht.

    Zakelijk tarief

    Wij rekenen vanaf € 225 per uur (excl. btw) voor een zakelijke mediation.

    Wat moet je weten over uitkopen en inkomen

    Wat en hoe?

    Het uitkopen van een aandeelhouder betekent dat alle aandelen van een aandeelhouder in een besloten vennootschap tegen een afgesproken prijs, betaling en andere exit-voorwaarden door de anderen worden overgenomen. De aandelen worden juridisch overgedragen door een notaris via twee notariële akten:

    1. In de notariële koopovereenkomst staan onder andere afspraken over de prijs, de betaling, het moment van economische overdracht en afspraken over de werkzaamheden in de toekomst. Voorbeeld hiervan is het concurrentie-, relatie- en medewerkersbeding.
    1. In de notariële leveringsakte van aandelen wordt de formele overdracht van aandelen vastgelegd.

    Er zijn zeven manieren om de uitkoop van een aandeelhouder te regelen:

    1. Statuten

    In de statuten staat een procedure beschreven (“de blokkeringsregeling”) hoe de verkoop van aandelen tussen aandeelhouders moet verlopen. De prijs van de aandelen wordt meestal door één of meerdere deskundigen vastgesteld. Het probleem is dat aandeelhouders deze procedure doorgaans niet kennen. Het waren “standaard” passages in de statuten bij de oprichting waar meestal niemand aandacht aan gaf. Statutaire regelingen zijn doorgaans rigide en complex met veel formaliteiten en krappe tijdslijnen.

    1. Informele onderhandelingen

    Aandeelhouders proberen daarom liever zonder formele procedure tot een prijs te komen. Maar meestal zijn de onderlinge verhoudingen al zo verstoord dat deze onderhandelingen vrijwel kansloos zijn. Iedereen is boos op elkaar, verwijten vliegen over tafel en hoogoplopende emoties staan een normaal gesprek in de weg. Het grootste struikelblok is hierbij de waardebepaling van aandelen.

    Als informele onderhandelingen geen optie meer zijn kan zakelijke mediation een uitkomst bieden.

    1. Aandeelhoudersovereenkomst

    Een aandeelhoudersovereenkomst regelt de koop en verkoop van aandelen tussen aandeelhouders. Er staan afspraken in over hoe lang een aandeelhouder de aandelen moet houden (“lock up”) en onder welke omstandigheden een aandeelhouder moet verkopen (“good en bad leaver regeling”). Ook wordt de prijs van de aandelen bij de verkoop vastgelegd in een formule of in een procedure met een waarderingsdeskundige.

    Sommige afspraken kunnen in tegenspraak zijn met de statuten van de vennootschap. In dat geval hebben de statuten “voorrang” omdat de statuten openbaar zijn en en de aandeelhoudersovereenkomst niet.

    1. Gerechtelijke procedure

    Als de verhoudingen ernstig verstoord zijn en je komt er onderling niet meer uit, dan kan een gerechtelijke procedure zoals de Geschillenregeling bij de Rechtbank of een procedure bij de Ondernemingskamer uitkomst bieden. Voorbeelden van juridische procedures zijn de regeling voor uitstoting (artikel 2: 336 BW of uittreding (artikel 2: 343 BW) van een aandeelhouder en de uitkoopregeling voor 5% minderheidsaandeelhouders (artikel 2: 335-343c BW). 

    1. Minnelijke regeling

    Als de aandeelhouders-bestuurders vanwege hun ruzie geen besluiten samen meer willen nemen dan moet er worden ingegrepen. De continuïteit van de onderneming is in gevaar.

    De aandeelhouders kunnen zelf een tijdelijk bestuurder aanstellen met doorslaggevende stem zodat er weer belangrijke besluiten kunnen worden genomen. Ook de Ondernemingskamer kan een tijdelijk bestuurder benoemen. Zo’n tijdelijk bestuurder moet proberen de aandeelhouders met elkaar te verzoenen dan wel een uitkoop van één van hen te onderzoeken. Dit heet een minnelijke regeling.

    Een tijdelijke bestuurder is meestal een zeer ervaren bestuurder, een (oud-)advocaat of een interimmanager. De kosten van een tijdelijk bestuurder kunnen hoog oplopen.

    1. Zakelijke Mediation

    De beste oplossing bij ruzie tussen aandeelhouders is zakelijke mediation. Hierbij proberen partijen onder leiding van een onafhankelijke gespreksleider tot een oplossing te komen. De mediator is deskundig en onpartijdig. Mediation is vertrouwelijk, alles mag worden besproken maar niets mag zonder toestemming buiten de deelnemers worden gedeeld. Er is pas een geldige overeenkomst als iedereen heeft getekend. Tot die tijd mag elke partij met voorstellen komen.

    Het voordeel van zakelijke mediation is dat je zelf de regie hebt en dat je niet op een uitspraak van een deskundige of rechter hoeft te wachten. Het enige nadeel is dat je bereid moet zijn om samen aan tafel te gaan. Als er geen commitment is dan is er ook geen mediation.

    1. Bindend Besluit

    Als de prijs van de aandelen het enige punt van verschil is kunnen aandeelhouders besluiten om een externe waarderingsdeskundige aan te stellen. Vervolgens spreken ze af om zich te binden aan de uitkomsten van het waarderingsrapport. Het waarderingsrapport krijgt dan de status van een vaststellingsovereenkomst (art 7:900 BW). De deskundige moet informatie bij beide partijen ophalen en verwerken (“hoor en wederhoor”).

    Het probleem is dat er altijd discussie zal blijven tussen koper en verkoper over de prijs, ook al is deze door een deskundige berekend. Er is altijd iemand ontevreden maar je bent aan de uitkomst gehouden. Tenzij er in het rapport grove fouten staan is de prijs bindend.

    Finale kwijting is een belangrijke bepaling in de notariële koopovereenkomst waarin de koper en verkoper verklaren van elkaar niets meer te vorderen hebben. De zaken zijn dus financieel definitief geregeld en je kunt er niet meer op terugkomen.

    Koper en verkoper hebben meestal heel verschillende ideeën over de waarde van de onderneming. Om tot een prijs te komen maken aandeelhouders daarom vaak gebruik van een professionele waarderingsdeskundige die op basis van hun informatie een waarderingsrapport maakt.

    Prijs is een overeenstemming tussen koper en verkoper na één of meer onderhandelingsrondes. Dat kan alleen plaatsvinden als er sprake is van een Zone of Potential Agreement (“ZOPA”). Lees hier meer over ZOPA.

    De prijs moet volgens de wet “reëel” zijn en niet symbolisch of ver onder de marktwaarde. De notaris vraagt om een waarderingsrapport of een onderbouwing van de koopprijs. Als er geen goede onderbouwing is mag de notaris de aandelen niet overdragen. De Belastingdienst wil ook dat de waarde reëel is omdat zij later niet tekort wil komen. Er zit dus een ondergrens aan de prijs.

    Als de prijs te hoog is dan wordt de financiering meestal een probleem. De onderneming kan de hoge financieringslasten van de uitkoop dan niet opbrengen. De terugverdientijd wordt bovendien te lang.

    Het uitkopen van een aandeelhouder is niet goedkoop:

    • advocaten en adviseurs kosten gemiddeld tussen € 225 tot € 375 ex BTW per uur
    • de notaris rekent al snel € 2.500 – € 5.000 ex BTW voor de notariële stukken
    • een waardebepaling in conflictsituatie kost meestal € 25.000 – € 50.000.

    Gerechtelijke procedures zijn uiterst kostbaar. Je bent per procedure tussen € 25.000 –  € 75.000 aan advocaatkosten kwijt. Een tijdelijk bestuurder van de Ondernemingskamer vraagt meestal een voorschot van € 50.000 voor zijn werkzaamheden.

    Welke wettelijke regels zijn er?

    De wet heeft drie mogelijkheden om ruzie tussen aandeelhouders op te lossen:

    1. De Geschillenregeling (artikel 2: 335-343 BW)

    De wettelijke Geschillenregeling biedt de mogelijkheid om een aandeelhouder uit te stoten of om een aandeelhouder uit te laten kopen.

    • Bij uitstoting (artikel 2: 336 – 342 BW) gaat het om situaties waarbij er een impasse is tussen de aandeelhouders en één van de aandeelhouders door zijn schadelijke gedrag niet langer kan aanblijven. Dit gedrag moet feitelijk aantoonbaar en bewijsbaar zijn. De aandeelhouder wordt na de uitspraak van de rechter verplicht om zijn aandelen aan te bieden.
    • Bij uittreding (artikel 2: 343 BW) is er ook een impasse tussen de aandeelhouders. Hier wordt een minderheidsaandeelhouder in zijn belangen geschaad door zijn medeaandeelhouders. Bijvoorbeeld omdat hij niet wordt betrokken in belangrijke beslissingen of dat er gelden buiten hem om worden onttrokken aan het bedrijf. De minderheidsaandeelhouder kan vorderen dat de andere aandeelhouders zijn aandelen verplicht overnemen.

    Als er voldoende bewijs is voor uitstoting of uittreding benoemt de rechtbank een waarderingsdeskundige die de prijs van de aandelen moet vaststellen. De rechter kan van dit advies afwijken en stelt de definitieve koopprijs van de aandelen vast.

    Hoewel de Geschillenregeling op papier een prima oplossing is om aandeelhouders uit te kopen wordt er in de praktijk weinig gebruik van gemaakt. Schadelijk gedrag in de hoedanigheid van aandeelhouder is moeilijk te bewijzen. De procedure duurt lang en is kostbaar. Partijen kunnen tussendoor nog een kort geding aanspannen, naar de Ondernemingskamer gaan of na afloop hoger beroep aantekenen.

    1. Uitkoopregeling 5% minderheidsaandeelhouders (artikel 2: 92a en 2: 201a BW)

    Als één aandeelhouder 95% van het geplaatste kapitaal bezit en in het geval van een B.V. ten minste 95% van de stemrechten kan hij tegen alle andere aandeelhouders vordering tot overdracht van aandelen instellen. Zij worden dan verplicht hun gezamenlijke 5% belang aan te bieden. Op die manier krijgt de grootaandeelhouder 100% van de aandelen.

    Deze vordering wordt afgewezen als de minderheidsaandeelhouder ondanks de betaling van de koopprijs ernstige financiële schade heeft door de overdracht. Ook als de minderheidsaandeelhouder eigenaar is van een aandeel met bijzondere rechten op grond van de statuten gaat de vordering niet door. Of als de grootaandeelhouder al eerder afstand heeft gedaan van zijn recht om deze vordering in te stellen.

    In artikel 2: 359c BW regelt de wet de uitkoop van 5% minderheidsaandeelhouders bij beursgenoteerde bedrijven.

    1. Enquêterecht (artikel 2: 344 – 359 BW)

    De meeste aandeelhouders met een conflict kiezen voor een gang naar de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Als er sprake is van een schadelijke ruzie tussen aandeelhouders-bestuurders dan is er sprake van wanbeleid. De onderneming wordt door de impasse tussen de bestuurders niet meer goed bestuurd. Er is een tijdelijk bestuurder van buitenaf nodig om de continuïteit van de onderneming te waarborgen. De Ondernemingskamer heeft de mogelijkheid om verregaande maatregelen (voorlopige voorzieningen) te treffen:

    • benoemen tijdelijk bestuurder
    • benoemen extra commissaris
    • aandelen tijdelijk ten titel van beheer overgedragen aan een beheerder
    • schorsen van een bestuurder
    • ontslaan van een bestuurder
    • instellen van een onderzoek naar wanbeleid etc.

    Een tijdelijk bestuurder krijgt vervolgens de opdracht mee op de aandeelhouders met elkaar te verzoenen of de uitkoop van een aandeelhouder te onderzoeken. Omdat de tijdelijk bestuurder iemand met gezag is en bovendien erg kostbaar lukt het in veel gevallen om alsnog tot een uitkoop te komen.

    Het is niet zo dat de tijdelijk bestuurder of de Ondernemingskamer een aandeelhouder kan dwingen om zijn aandelen over te dragen. Dat kan alleen met de Geschillenregeling of de uitkoopregeling 5% minderheidsaandeelhouders van artikel 2: 92a en 2: 201a BW.

    Mocht een aandeelhouder worden veroordeeld wegens wanbeleid dan kan hij door de Ondernemingskamer worden geschorst of ontslagen als bestuurder. De andere aandeelhouders kunnen dan bij de rechtbank een vordering tot schadevergoeding starten.

    De uittreding van een aandeelhouder is onderdeel van de wettelijke geschillenregeling (artikel 2: 343).

    Als een minderheidsaandeelhouder in zijn belangen wordt geschaad door toedoen van één of meerdere aandeelhouders kan hij een vordering tot uittreding bij de Rechtbank aanvragen. Hij moet aantonen dat van hem in redelijkheid niet meer kan worden gevraagd aandeelhouder te blijven.

    In de uittredingsprocedure moet de rechter eerst vaststellen dat er goede redenen zijn om uittreding te vragen. Daarna zal de rechter een deskundige benoemen die de waarde van de aandelen gaat bepalen. De rechter bepaalt in een eindvonnis wat de koopprijs van de aandelen gaat worden.

    De uitstoting van een aandeelhouder is onderdeel van de wettelijke geschillenregeling (artikel 2: 336).

    Aandeelhouders die minimaal een derde van het geplaatste kapitaal bezitten kunnen uitstoting van een aandeelhouder vorderen. Er moet sprake zijn van een impasse tussen aandeelhouders. Degene die wordt uitgestoten moet schadelijk, verwijtbaar gedrag hebben laten zien.

    Denk dan aan:

    • besluitvorming of stemmingen bewust blokkeren
    • misbruik maken van de macht van de meerderheid
    • tegen elk voorstel stemmen, niet tot redelijk overleg bereid zijn
    • eigen belang boven belang van de vennootschap plaatsen
    • gelden onttrekken aan het bedrijf
    • een concurrerende activiteit opzetten etc. 

    Het gaat hier om schadelijk gedrag in zijn hoedanigheid van aandeelhouder.

    De rechter stelt in 2 uitspraken vast of het schadelijke gedrag bewezen is en na het deskundigenonderzoek, tegen welke prijs de aandelen moeten worden overgenomen.

    Een aandeelhouder kan alleen verplicht worden om zich uit te laten kopen als bewezen is dat hij andere aandeelhouders of de organisatie bewust schade toebrengt. Dit is de uitstootregeling (artikel 2: 336).

    Voorbeelden van aantoonbare schade zijn:

    • bedrijfsgeheimen openbaar maken
    • een concurrerende activiteit starten
    • je onmogelijk op te stellen tijdens aandeelhoudersvergaderingen
    • het niet op tijd deponeren van jaarrekeningen
    • ontslaan van goed functionerende bestuurders
    • het blokkeren van een stemming
    • gelden onttrekken aan de onderneming
    • belangrijke informatie achterhouden

    Het probleem bij de uitstootregeling is dat het moet gaan om de schadelijke gedragingen in de hoedanigheid van aandeelhouder, niet van bestuurder. De verplichtingen van een aandeelhouder zijn beperkt. In veel gevallen is het dus niet zo makkelijk om te bewijzen dat iemand schadelijk gedrag vertoont in zijn rol als aandeelhouder.

    Als er sprake is van minderheidsaandeelhouders die gezamenlijk minder dan 5% van het aandelenkapitaal bezitten kunnen die door de grootaandeelhouder (met minimaal 95% van de stemrechten) worden gedwongen om hun aandelen aan te bieden. Dit is de uitkoopregeling van artikel 2: 92a en 2: 201a BW.

    In veel gevallen werkt de wettelijke Geschillenregeling niet goed. Dat heeft te maken met de bewijslast.

    Als niet te bewijzen is dat:

    • een aandeelhouder zich in zijn rol van aandeelhouder schadelijk gedraagt, of
    • een aandeelhouder aantoonbaar schade lijdt door toedoen van zijn medeaandeelhouders,

    biedt de wettelijke Geschillenregeling geen uitkomst.

    Partijen kunnen de Geschillenregeling vertragen door bijvoorbeeld een kort geding te starten tegen de deskundige die de waarde van aandelen moet vaststellen. Of zij treden in hoger beroep tegen de uitspraak.

    Als de Geschillenregeling niet werkt staat de gang naar de Ondernemingskamer open om wanbeleid vast te laten stellen en een tijdelijk bestuurder te laten benoemen.

    De Ondernemingskamer is een onderdeel van het Gerechtshof Amsterdam dat zich vooral bezighoudt met governance zaken. Dat kan gaan om ruzies tussen aandeelhouders maar ook om conflicten tussen bestuurders en de ondernemingsraad, tussen aandeelhouders en commissarissen en conflicten rondom fusies, overnames en beursgangen.

    De meeste zaken bij de Ondernemingskamer gaan over het recht op enquête (artikel 2: 344 – 359 BW). Dat wil zeggen dat een belanghebbende (meestal een aandeelhouder) verzoekt om een onderzoek naar wanbeleid door het bestuur van de onderneming.

    De Ondernemingskamer is populair bij aandeelhouders met een conflict omdat zij snel en deskundig is en omdat zij een veel verschillende voorlopige voorzieningen kan opleggen.

    Voordelen en nadelen

    Soms ben je het als aandeelhouder oneens over belangrijke zaken zoals:

    • het beleid van de directie;
    • besluiten van de bestuurders;
    • benoeming of ontslag van bepaalde directieleden of managers;
    • de strategie van de onderneming;
    • toetreding van nieuwe aandeelhouders;
    • omvangrijke besluiten, zoals fusie, overname, nieuwbouw, investeringen etc.

    Het kan ook zijn dat je als minderheidsaandeelhouder op een onbehoorlijke manier wordt behandeld. Je krijgt geen informatie, je wordt niet betrokken bij belangrijke besluiten, er worden grote geldsommen aan de onderneming onttrokken enzovoort.

    Je kan altijd je aandelen aan de andere aandeelhouders aanbieden. Het voordeel is dat dit oplopende frustratie, escalaties en andere conflictsituaties voorkomt. Jullie wegen scheiden: jij wordt betaald, zij gaan door met de onderneming.

    Het nadeel van het uitkopen van een aandeelhouder is dat het niet eenvoudig gaat. Koper en verkoper denken heel verschillend over de koopprijs van de aandelen. Het nadeel is ook dat de rechter je daar meestal niet bij gaat helpen.

    De rechter kan een aandeelhouder niet dwingen om zijn aandelen te verkopen tenzij er sprake is van aantoonbaar verwijtbaar, schadelijk gedrag. Procedures hierover zijn kostbaar (advocaatkosten per procedure vanaf € 25.000,-) en duren meerdere jaren. In zo’n procedure schrijven deskundigen op verzoek van de rechter een waarderingsrapport. Zo’n waarderingsrapport kost tussen € 25.000,- en € 75.000,-.

    Je doet er dus beter aan om er samen uit te komen. Bijvoorbeeld in de vorm van zakelijke mediation of met hulp bij onderhandelingen.

    De beste manieren om een aandeelhouder uit te kopen zijn:

    1. Zelf onderhandelen

    In onderling overleg zonder advocaten tot overeenstemming komen over prijs, betaling en andere exit-voorwaarden. Probeer de pijnpunten op tafel te leggen zonder verwijten of emotie. Eventueel kan je een deskundige erbij betrekken voor de bepaling van de prijs. Als je moeite hebt met onderhandelen kan je onze hulp inschakelen.

    2. Zakelijke Mediation

    Onder begeleiding van een zakelijke mediator de ruzie uitpraten en samen komen tot uitkoop of tot een andere zakelijke oplossing. Vertrouwelijk, snel en goedkoop. Lees hier hoe zakelijke mediation werkt.

    Het Instituut voor Zakelijke Mediation specialiseert zich in conflicten tussen aandeelhouders-bestuurders. Wij bemiddelen en helpen bij onderhandelingen over uitkoop, prijsbepaling en exit-regelingen.

    Elke partner bij ons is specialist op een zakelijk vakgebied:

    • waardebepaling van ondernemingen
    • fiscale aspecten bij conflicten
    • juridische aspecten bij conflicten
    • governance aspecten bij conflicten

    Het Instituut maakt het mogelijk voor ondernemers om hun conflicten op te lossen zonder dure tijdelijk bestuurders en zonder langdurige gerechtelijke procedures.

    Conflicten tussen aandeelhouders

    Ruzie tussen aandeelhouders komt regelmatig voor. Wat kan je allemaal doen?

    1. Statuten of aandeelhoudersovereenkomst

    Veel ondernemers hebben de statuten in de BV door een notaris laten opmaken, maar daar nog nooit naar gekeken. Soms hebben aandeelhouders bij het begin van hun samenwerking een aandeelhoudersovereenkomst getekend. Als het goed is staat er in de Statuten of in de aandeelhoudersovereenkomst een procedure hoe je moet handelen bij een conflict. Dit heet een interne geschillenregeling. In sommige geschillenregelingen staat bijvoorbeeld dat je een mediator of een vertrouwenspersoon moet inschakelen.

    1. Advocaten en gerechtelijke procedures

    Je kunt een advocaat inschakelen. Dat voelt prettig. De advocaat spreekt jou niet tegen en neemt het voor jou op. Meestal komt het erop neer dat advocaten namens jou brieven met eisen gaan sturen en een rechtszaak voorbereiden. Maar daarmee is je conflict niet opgelost.

    Je komt namelijk niet zo makkelijk van een medeaandeelhouder af. Je moet kunnen bewijzen dat de ander bewust en aantoonbaar jouw belangen heeft geschaad. Het feit dat jullie elkaar niet meer mogen is geen reden voor uitstoting of uittreding.

    Veel advocaten kiezen daarom een procedure bij de Ondernemingskamer. Als het bedrijf schade lijdt onder de ruzie wordt er dan een tijdelijke bestuurder benoemt. Maar ook die kan niemand dwingen om zijn aandelen te verkopen.

    Gerechtelijke procedures zijn duur. Je bent al gauw tussen € 25.000 en € 75.000 aan advocaatkosten kwijt. En de kosten voor een waarderingsrapport van een deskundige tijdens een procedure lopen op vanaf € 50.000. De tijdelijk bestuurder kost meestal ook zo’n bedrag.

    Een ander groot nadeel is dat procedures en uitspraken van de rechter openbaar zijn. Iedereen kijkt dus mee!

    1. Zakelijke Mediation

    Je kan daarom beter eerst naar een financieel onderlegde mediator gaan om de oorzaak van jullie conflict boven water te krijgen en weer on speaking terms te komen, zodat daarna in overleg de uitkoop kan worden geregeld. Dit scheelt enorm in de kosten en is veel sneller klaar dan bij een advocaat en bij de rechter.

    Bijkomend voordeel is dat mediation vertrouwelijk is en dat je tijdens de mediation de uitkoop kunt uitonderhandelen. Je bent pas gehouden aan een deal als beide partijen die hebben ondertekend. Tijdens de mediation is er een stand-still: partijen moeten alle lopende juridische procedures stil leggen.

    Het enige nadeel is dat je met elkaar om de tafel moet komen zonder hulp van advocaten of adviseurs. Je moet dat wel willen en durven. Zonder dat commitment is er geen mediation mogelijk.

    Uitkoop van een aandeelhouder is een oplossing als twee of meer aandeelhouders niet langer met elkaar door één deur kunnen. De onderneming wordt niet meer goed bestuurd en er worden geen gezamenlijke besluiten meer genomen. Dit kan het geval zijn bij hoogoplopende ruzie en conflict.

    Als er geen verzoening mogelijk is resteert de optie van de uitkoop van een aandeelhouder. Dat kan bij:

    • een gezamenlijke onderneming (B.V. of N.V.)
    • een familiebedrijf

    In geval van een samenwerkingsovereenkomst zijn er geen aandelen. In die gevallen treedt de persoon uit het samenwerkingsverband:

    • een maat treedt uit de maatschap
    • een vennoot treedt uit VOF

    De hoofdregel is dat je niet tegen je wens kan worden uitgekocht. Je moet het eens worden met de andere aandeelhouders over zaken als prijs, betaling en andere exit-voorwaarden.

    Uitzonderingen zijn:

    • de uitstoot regeling (artikel 2: 336)
    • de uitkoop van 5% minderheidsaandeelhouders (artikel 2: 92a en 2: 201a BW)
    • dwingende bepalingen tot verkoop in de Statuten of aandeelhoudersovereenkomst

    Als er sprake is van aantoonbaar wanbeleid kan de Ondernemingskamer besluiten om de aandelen van een aandeelhouder tijdelijk ten titel van beheer over te dragen aan een externe beheerder. Dan ben je tijdelijk niet in staat om zelf je aandeelhoudersrechten uit te oefenen. De beheerder oefent het stemrecht uit. Je kunt ook als bestuurder worden geschorst of ontslagen.

    Statuten en Aandeelhoudersovereenkomst

    Een aandeelhoudersovereenkomst is een contract tussen alle aandeelhouders waarin regels staan over toe- en uittreding en over het vaststellen van de prijs van de aandelen. Ook staan er regels over stemrecht over bevoegdheden en over inspraak.

    Een aandeelhoudersovereenkomst geeft regels over:

    • wanneer mag of moet je de aandelen verkopen?
    • aan wie moet je de aandelen aanbieden en wie moet ze afnemen?
    • tegen welke prijs worden de aandelen verkocht?

    Een goede aandeelhoudersovereenkomst voorkomt ruzie tussen aandeelhouders. Voorwaarde is dat de overeenkomst een “levend” document is, dat wil zeggen dat de aandeelhouders vooraf de bepalingen goed met elkaar hebben besproken en dat iedereen weet wat erin staat.

    In de statuten staat de blokkeringsregeling. Hierin wordt het proces van de uittreding van een aandeelhouder beschreven. Zo moet een aandeelhouder formeel zijn aandelen aanbieden aan de andere aandeelhouders en moet vervolgens de prijs van de aandelen door 1 of meer deskundigen worden vastgesteld.

    Het probleem van deze blokkeringsregeling is dat deze formeel, rigide en omslachtig is met hele korte tijdslijnen. Aandeelhouders proberen daarom liever informeel tot een onderlinge deal te komen dan deze procedure te volgen.

    Een aandeelhoudersovereenkomst kent een aantal belangrijke afspraken over aan- en verkoop van aandelen:

    Lock-up regeling: gedurende een bepaalde periode mag je jouw aandelen niet verkopen. Deze afspraak zorgt ervoor dat alle aandeelhouders in die periode gecommitteerd zijn om dezelfde doelen te bereiken. Niemand mag tussentijds vertrekken.

    Good leaver: de voorwaarden waarop een aandeelhouder in goed overleg kan vertrekken. Dit zijn situaties zoals arbeidsongeschiktheid, pensionering of vertrek bij de onderneming met wederzijds goedvinden. Ook overlijden hoort bij de good leaver regeling.

    Bad leaver: de voorwaarden waarop een aandeelhouder zijn aandelen verplicht moet aanbieden. Dit zijn situaties van fraude, ontslag of vertrek binnen de lock-up periode. Dat betekent meestal dat je de aandelen verplicht tegen een (forse) strafkorting moet aanbieden.

    De aandeelhouder die wordt uitgekocht wil daarna weer aan de slag. Het liefst in dezelfde sector, met dezelfde klanten en met een paar medewerkers. Maar als er een stevig concurrentiebeding in de aandeelhoudersovereenkomst is ondertekend gaat dat niet. In een concurrentiebeding staan belangrijke restricties:

    • welke activiteiten zijn toegestaan?
    • welke klanten of medewerkers mogen worden benaderd?
    • welke regio’s of gebieden mogen commercieel worden betreden?
    • hoe lang is het concurrentiebeding geldig?

    Soms weten aandeelhouders niet dat ze hier ooit voor getekend hebben. Als de wegen gaan scheiden worden deze bepalingen ineens heel belangrijk. In sommige gevallen kan een concurrentiebeding betekenen dat je na de uitkoop 2 tot 3 jaar niet meer mag werken in jouw sector of in jouw werkgebied.

    Het concurrentiebeding wordt daarom vaak gebruikt om de uitkoopprijs van een aandeelhouder te drukken. De afspraak is dan: een soepeler concurrentiebeding in ruil voor een lagere koopprijs.

    Praat met ons

    Bel ons voor een kosteloos adviesgesprek. Online of bij ons op kantoor in Zeist. Discreet, professioneel en vertrouwelijk.

    Vul het formulier in of bel: 085 – 06 01 217

    Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google Privacybeleid en Servicevoorwaarden zijn van toepassing.